Snipper de sjalotjes en knoflook zo fijn mogelijk. Snij de parmahamplakjes in reepjes en daarna in blokjes.
Laat de roomboter smelten in een braadpan (niet bruin laten worden!). Laat de fijngesneden sjalot en knoflook hierin fruiten. Als het is gefruit, doe je de bloem erbij en meng je dit goed door elkaar heen. Laat even staan, totdat de bloem witte randjes krijgt (circa 1 minuutje. Laat de bloem niet aanbranden. Niet bruin worden dus!). Blijf continu roeren. Blus af met de melk en slagroom. Roer goed door elkaar heen met een garde tot een egaal mengsel (het is nu redelijk stevig, maar wel dat je er lekker doorheen kan mengen met je garde).
Laat de gelatineblaadjes weken in koud water. Maak de ragout op smaak met de parmahamstukjes, mosterd, runderbouillonpoeder, zwarte peper en nootmuskaat. Rasp de manchego of de queso iberico kaas erbij.
Hak de peterselie fijn. Doe bij de ragout. Knijp de gelatineblaadjes uit en doe ook bij de ragout. Meng met een garde alles goed door elkaar heen tot de gelatine is opgelost. Proef de ragout. Is de smaak naar wens? (de smaak wordt nog intenser tijdens het opstijven --> vooral wat zoutiger. Gooi er dus geen zout bij!). Schep de ragout over in een ovenschaal, bak, kom, net wat je maar hebt. Bedek met plastic folie en laat voor minimaal 3 uur opstijven in de koelkast (hier geldt: hoe meer de ragout verspreid zit in een kom, hoe sneller opgesteven).