Maak een bamboe (pasta) door de kruidnagel, sjalotten, knoflook, gember, ketoembar, laos, kurkuma, komijn, zout, rode pepers, kemirinoten & een scheut zonnebloemolie in een keukenmachine te mixen (of met de staafmixer) tot een egale massa/puree. Proef deze bamboe niet. De kemirinoten zijn namelijk rauw lichtgiftig & de bamboe is op deze manier gewoonweg nog niet lekker.
Snijd het vlees in grove blokjes. Schenk een scheut olie in een grote pan & doe het vlees erbij. Laat dit nu voor circa 5 minuten goudbruin kleuren (tussendoor husselen). Schep dan de bamboe erbij & laat dit voor een aantal minuten mee fruiten. Voeg de tamarindepasta, kokosmelk, steranijs, kaneel, djuruk purut en gekneusde citroengras toe. Meng goed door elkaar & breng aan de kook. Laat dit stoven (dus met deksel op de pan) voor circa 2,5/3 uur op laag vuur. Voeg tussendoor eventueel een paar keer water toe als het droog begint te koken. Haal de laatste 20 minuutjes de deksel van de pan, zodat de rendang kan indikken tot de gewenste dikte.
Als de rendang klaar is (je wilt dat de stukjes vlees super mals zijn, maar nog nét niet helemaal uit elkaar vallen), voeg je de santen toe. Meng dit goed door elkaar heen. Verwijder de djeruk purut, citroengras, kaneelstokje en steranijs. Serveer met de gele rijst & zoetzure komkommer.