Snij de winterpeen in kleine stukjes en de knoflook fijn.
Snij het vlees in grove stukken van ongeveer 4 cm. Haal eventuele pezen etc. eraf. Bestrooi met wat peper en zout en de bloem. Hussel goed door elkaar, zodat aan alle stukken vlees bloem zit.
Bak de spekreepjes in een braadpan op middelhoog vuur gaar. Ze hoeven niet krokant te zijn in dit recept. Schep de spekreepjes eruit en laat op hoog vuur voor circa 4 minuten de vleesstukken bakken. Keer af en toe.
Voeg de winterpeen en knoflook toe en laat kort mee bakken. Blus af met de rode wijn en voeg ook de runderbouillon toe. Doe de tomatenpuree, laurier, tijm en gebakken spekreepjes erbij en roer alles goed door elkaar. Breng alles aan de kook, zet de deksel op de pan en laat voor circa 2 uur stoven op laag vuur. Hou het ondertussen wel regelmatig in de gaten. Soms is het namelijk nodig om extra water toe te voegen, anders is er kans dat het aanbrandt.
Schil ondertussen de sjalotjes en snij een keer horizontaal door. Snij ook de champignons in 4 stukken. Zet een pannetje op het vuur met wat olijfolie en bak samen circa 4 minuten.
Als de boeuf bourguignon bijna klaar is (dus het vlees nog wel een lekkere bite heeft, maar wel zacht genoeg is zodat het uit elkaar valt in je mond), voeg je de sjalotjes en champignons toe. Laat deze nog voor circa 15 minuten mee stoven.
Breng op smaak met eventueel nog wat peper en/of zout en serveer met rijst of aardappelpuree en sperziebonen.
