Verwarm de oven voor op 175 graden.
Klop 1 ei door elkaar. Meng de bloem, bakpoeder, suiker, roomboter, vanille-extract, 1,5 ei (0,5 van het losgeklopte ei) en snufje zout met elkaar tot een stevig deeg. Kneed het deeg goed totdat alle ingrediënten (en dan met name de roomboter) goed verspreid zit.
Schil en snijd de appels in plakjes (appels door 4, klokhuis eruit snijden, door 2 en dan in plakjes snijden). Meng de appelplakjes met de suiker en de kaneel.
Vet de springvorm in. Verdeel het deeg in 3 stukken: 1 gebruik je om de bodem mee te vormen, 1 voor de zijkanten. Pak een lepel en hou onder de hete kraan. Gebruik de bolle kant om de bodem en zijkanten mooi egaal mee te maken (glad strijken. Pas op! Dat betekent niet dat je lepel zeiknat moet zijn, anders wordt het veel te zompig. Dit is puur voor de looks). Bestrooi over de bodem de paneermeel (neemt vocht op van de appels) en doe de appelvulling erin.
Bestrooi wat bloem over je aanrecht. Rol het stuk deeg wat je over hebt uit en maak hier mooie reepjes van circa 1 tot 2 cm breed. Leg de reepjes kruislings over de appelvulling met als aanknopingspunten de zijkantjes. Je houdt waarschijnlijk wat deeg over. Maak hier een extra zijrand van, zodat de aanknopingspunten rondom worden weggewerkt (dit maakt het mooier af & de taart wordt steviger). Bestrijk de taart met het resterende losgeklopte halve ei. Zet de taart in de oven voor circa 55 minuten. Laat de taart goed afkoelen en maak het af met een mooie toef slagroom.
